Schuldgevoelens voelen misschien niet prettig, maar hebben wel een gezonde functie. Ze zetten je ertoe aan om, dat wat je verkeerd hebt gedaan, goed te maken. En dat is goed voor je relaties met anderen. Sommige mensen voelen zich echter ook schuldig als ze niks verkeerd doen. Van binnen heeft het idee grip gevat dat ze niet goed genoeg zijn. Het gevolg: ze voelen zich voortdurend schuldig. Op dat moment is er niks gezonds meer aan schuldgevoelens. Ze maken je alleen maar ‘klein’, en zorgen ervoor dat je niet voor jezelf op durft te komen. Je hebt voortdurend het gevoel dat je iets goed te maken hebt.
Tips voor het omgaan met chronische schuldgevoelens.
Heb jij ook last van ongezonde schuldgevoelens? Hieronder vind je tips die kunnen helpen jezelf van die last te ontdoen.
1. Stap uit de automatische piloot
Voortdurende schuldgevoelens kunnen ertoe leiden dat je slecht ‘nee’ durft te zeggen. Om te voorkomen dat je in die valkuil trapt helpt het om schuldgevoelens niet weg te duwen als ze zich aandienen, maar juist heel bewust te voelen. Merk ze op en realiseer je dat je er niks mee hoeft. Zoals de schuldgevoelens opkomen, ebben ze ook vanzelf weer weg. Bedenk dan wat je met het verzoek van de ander wilt: erop ingaan omdat je dat graag wilt, of ‘nee’ zeggen? Op deze manier maak je een bewuste keus, geen automatische uit schuldgevoel.
2. Voeg iets positiefs toe.
Ooit heeft, om wat voor reden dan ook, in je hoofd het idee vat gekregen dat je niet goed genoeg bent. Het is lastig om dat idee weg te krijgen. Probeer dat ook niet. Het zorgt alleen maar voor innerlijke strijd. Realiseer je dat het maar een idee is. Ook hier hoef je niks mee. Je kan het idee niet weghalen maar wel iets positiefs toevoegen. Bedenk je bijvoorbeeld dat je in elke situatie de volgende rechten hebt:
- het recht om zelf te oordelen over je gedrag, gedachten en gevoelens
- het recht om geen excuses en verklaring voor je gedrag te geven
- het recht om van mening te veranderen
- het recht om iets niet te willen
- het recht om goed voor jezelf te zorgen
3. Begrens je verantwoordelijkheid.
Uit chronisch schuldgevoel kunnen mensen een drang voelen om anderen gelukkig te maken, te plezieren en tevreden te houden. Liever doe je dat niet, tenminste niet uit schuldgevoel, maar alleen om dat je dat graag wilt. Word je gedreven door schuldgevoel dan is de kans groot dat je je te verantwoordelijk voelt voor het welzijn van de ander. Een vrouw kan zich bijvoorbeeld schuldig voelen als haar man nukkig is, en haar best doen om hem op te vrolijken. Dat werkt even maar al snel wordt de man weer nukkig. De vrouw voelt zich schuldig hierover, en probeert weer het humeur van haar man te ‘repareren’. Dat werkt maar even of niet, en ze voelt zich weer schuldig. Heb je de neiging om dit ook te doen? Leun dan veel meer achterover. Je kan mensen best een plezier doen maar bent niet verantwoordelijk voor hun geluk, humeur of gemoedstoestand. In het geval van de vrouw: als de man nukkig blijft, dan is dat maar niet anders. Wellicht is het niet leuk om te zien, maar beter dan trekken aan een dood paard en je schuldig voelen over iets wat niet jouw verantwoordelijkheid is.
4. ‘Willen’ in plaats van ‘moeten’.
Denk wat vaker in termen van ‘willen’ in plaats van in termen van ‘moeten’. Een wens (‘Ik wil graag aardig gevonden worden’) heeft hele andere gevolgen dan een eis (‘Ik moet aardig gevonden worden’). Komt een wens niet uit dan is dat minder erg dan als je niet aan een eis weet te voldoen.
5. Werk in therapie aan ‘je gevoelige knop’.
Het idee dat je niet goed genoeg bent komt voort uit pijn. Ergens heb je in je leven een pijnlijke ervaring opgedaan die je dit idee heeft gegeven. Iemand had vervelende kritiek op je, of je kreeg als kind alleen aandacht als je iets verkeerd deed. Zolang je die pijn niet verwerkt, blijft deze je handelen sturen. Zodra iemand ook maar iets doet of zegt waaruit zou kunnen blijken dat je tekortschiet, drukt hij/zij bij jou op een gevoelige knop. Je voelt je je weer schuldig en tekortschieten ook al is dat niet terecht. Het beste pak je die gevoelige knop aan in therapie.